Na talrijke klachten in de lidstaten over in-app-aankopen bij onlinespelletjes – en vooral over onbedoelde aankopen door kinderen – hebben de nationale autoriteiten samen met de Europese Commissie naar oplossingen voor het probleem gezocht.

De gecoördineerde handhavingsmaatregel in de EU met betrekking tot in-app-aankopen bij online- en mobiele spelletjes levert tastbare resultaten op. Het bedrijfsleven heeft een aantal toezeggingen gedaan om tegemoet te komen aan de bezorgdheid van de consumenten. Dankzij de maatregel groeit het vertrouwen van de consument in de snelgroeiende app-sector.

“Dit is de allereerste dergelijke maatregel waarbij de Europese Commissie en de nationale autoriteiten hun krachten hebben gebundeld. Ik ben blij dat de maatregel tastbare resultaten oplevert. Dit is belangrijk voor de consumenten. Vooral kinderen moeten beter worden beschermd wanneer ze online spelen. De maatregel heeft ook een schat aan ervaring opgeleverd over hoe de rechten van de consument in de Unie het best kunnen worden gehandhaafd. Bewezen is dat samenwerking loont en bijdraagt aan de bescherming van de consumenten in alle lidstaten,” aldus Europees commissaris voor consumentenbeleid Neven Mimica.

Volgens vicevoorzitter Neelie Kroes, die bevoegd is voor de Digitale Agenda, “ondersteunt de Commissie innovatie in de app-sector. In-app-aankopen vormen een rechtmatig bedrijfsmodel, maar de app-makers moeten het recht van de Europese Unie naleven bij de ontwikkeling van deze nieuwe bedrijfsmodellen”.

In een gemeenschappelijk standpunt van de nationale autoriteiten in het kader van het CPC-netwerk, dat in december 2013 aan Apple, Google en de Interactive Software Federation of Europe 1 is meegedeeld, wordt gevraagd erop toe te zien dat:
-spelletjes waarvan in advertenties wordt beweerd dat ze “gratis” zijn, consumenten niet misleiden over de werkelijke kosten;
-spelletjes kinderen niet rechtstreeks aanzetten tot in-app-aankopen en volwassenen niet aansporen aankopen voor kinderen te doen;
–consumenten correct over de betalingsvoorwaarden voor aankopen worden geïnformeerd en kosten niet automatisch ten laste van de consument worden geboekt zonder uitdrukkelijke toestemming van de consument;
-verkopers een e-mailadres verstrekken zodat consumenten contact kunnen opnemen als ze vragen of klachten hebben.

Op basis van het samenwerkingsmechanisme ter bescherming van de consument (waarin de EU-wetgeving voorziet) werden Apple, Google en de betrokken brancheorganisaties verzocht concrete oplossingen voor de hele EU aan te dragen. Google heeft besloten uiterlijk eind september 2014 een aantal wijzigingen door te voeren. Zo wordt verboden het woord “gratis” te gebruiken bij spelletjes die in-app-aankopen bevatten. Verder worden doelgerichte richtsnoeren voor app-ontwikkelaars ontwikkeld om te voorkomen dat kinderen rechtstreeks worden aangezet tot kopen. Bovendien worden tijdsgebonden maatregelen genomen om kennelijke schendingen van de Europese consumentenwetgeving te helpen monitoren. Google heeft ook de standaardinstellingen aangepast, zodat met betalingen uitdrukkelijk moet worden ingestemd vóór elke in-app-aankoop, tenzij de consument deze instellingen actief wenst te wijzigen.

Hoewel Apple heeft voorgesteld de problemen aan te pakken, heeft het bedrijf tot dusver jammer genoeg geen concrete en onmiddellijke maatregelen genomen om met name de problemen in verband met de autorisatie van betalingen te verhelpen. Het ontbreekt aan een duidelijke toezegging en een concreet tijdschema voor mogelijke maatregelen. De CPC-autoriteiten zullen in contact met Apple blijven om ervoor te zorgen dat het bedrijf specifieke details over de vereiste maatregelen verstrekt en de beginselen van het gemeenschappelijk standpunt naleeft.

De nationale handhavingsinstanties en de Europese Commissie hebben de organisaties van ontwikkelaars en platforms van onlinespelletjes ook verzocht na te denken over concrete maatregelen om de in het gemeenschappelijk standpunt aangehaalde problemen te verhelpen (bijvoorbeeld door richtsnoeren of normen te ontwikkelen waarbij met het gemeenschappelijk CPC-standpunt rekening wordt gehouden).

photo:eplusgruppe(cc)

Bron:EU