Megapixels zijn een belangrijk gegeven bij digitale fotografie. Dit gaat dus ook op voor de camera’s die in smartphones geplaatst worden. Een tijd streden veel fabrikanten van smartphones met telefoons waarvan de ene camera nog meer megapixels had dan de andere. De laatste tijd lijken zij echter terug te zijn gekomen van de gedachte “meer is beter”. 

Wat is een pixel?

Als je vroeger heel dicht op een oude televisiescherm keek, zag je blokjes in plaats van een beeld met vloeiende lijnen. Een pixel is eigenlijk hetzelfde en dus een puntje in een digitaal beeld, die samen een groter geheel vormen. Dat puntje kan verschillende kleuren aannemen, waardoor een beeld dus is op te bouwen. Een megapixel zijn 1 miljoen van deze kleine lichtpuntjes.

Meer is beter?

In de beginperiode van de digitale camera’s werd al snel duidelijk dat een 5 megapixel camera van een bekend fotografie merk betere foto’s kon maken dan een 12 megapixel camera dat bij een budget supermarkt verkrijgbaar was. Hier ging de uitspraak dus niet op “Meer is beter”.

Verschillen

Tegenwoordig zijn er eigenlijk geen echt slechte camera’s meer te vinden in smartphones, alhoewel er nog wel verschillen bestaan. Appels moeten natuurlijk ook met appels vergeleken worden. Je kunt niet een vlaggenschip model vergelijken met een toestel uit de lagere prijsklasse. De verschillen tussen toestellen in dezelfde prijsklasse zitten hem er dan voornamelijk in, dat de ene camera uitblinkt in low light condities, terwijl de andere camera een wat snellere autofocus heeft bijvoorbeeld. Zo zal de camera van een iPhone 6s een wat warmere look geven, dan de camera van bijvoorbeeld de Samsung S6.

Wat doet er dan ook toe?

Megapixels zijn dus niet zaligmakend en spelen andere aspecten ook een hele grote rol bij het maken van knappe foto’s. Niet in de minste plaats is dat de sensor. Op de sensor wordt het binnengekomen licht opgevangen en omgezet naar digitale signalen, om zodoende een afbeelding op te bouwen. Een grotere sensor vangt meer licht op en kan dus in theorie betere foto’s produceren. Zo speelt vanzelfsprekend ook de kwaliteit van de sensor een rol daarin.

Dan is er ook nog het diafragma. Ook hier geldt, hoe groter hoe beter (lager getal). Ook al heb je een grote sensor maar is je diafragma erg klein, kun je niet genoeg licht opvangen en zullen je foto’s er niet beter op worden.

Vervolgens is de lens een belangrijk item bij het maken van foto’s, waar ook veel verschillen in kunnen bestaan. Zo zijn veel lenzen op smartphones van plastic, terwijl glas een betere helderheid biedt waardoor je ook weer betere foto’s kunt maken.

Tot slot is beeldstabilisatie een belangrijk middel waarmee ook veel winst te behalen valt. Deze stabilisatie kan digitaal (softwarematig) gedaan worden, maar ook optisch (waarbij de camera module met een soort gyroscoop fysiek wordt gestabiliseerd). Het al dan niet aanwezig zijn van beeldstabilisatie en zo ja, in welke vorm is dus ook van invloed op de kwaliteit van je foto’s geschoten op een mobiel.

Andere benadering

HTC was een van de eerste merken die tegen de stroom in begon te zwemmen met hun Ultrapixel technologie. Hun gedachtegang met deze technologie is dat de grotere pixels van de Ultrapixel-sensor 300 % meer licht vastleggen, wat tot een grotere verbetering leidt in fotokwaliteit. HTC stelt dat, hoe meer megapixels, hoe kleiner de pixels, des te minder licht er kan worden opgevangen.

iPhone aan de andere kant richt zich momenteel met de 7 meer op het softwarematig optimaliseren van genomen foto’s. Dit doen ze door middel van een A10 Fusion-chip, met een verbeterde beeldsignaalprocessor. Dit systeem verbetert zichzelf constant en past de foto’s aan nádat ze zijn genomen.

Tot slot gooit Huawei het over een heel andere boeg met 2 camera’s, die ieder een ander type (monochrome- en RGB-) sensor hebben. Dit zorgt voor levendiger foto, aldus het merk en is weer een hele andere benadering van omgaan met smartphone-fotografie.