Waar het bezit en gebruik van tv en vaste telefonie wijdverspreid zijn onder 75-plussers, zijn internet en mobiele telefonie veel minder populair. Daarnaast worden de nieuwere communicatiemanieren minder vaak gebruikt en hechten senioren hier ook minder belang aan, zo blijkt uit het rapport ‘Senioren en digitalisering’ van Telecompaper. 

In Nederland wonen ruim 1,2 miljoen mensen van boven de 75 jaar. Van hen heeft 46 procent geen internetaansluiting, wat neerkomt op ruim 500.000 senioren. Zo blijkt uit onderzoek dat Telecompaper deed in juni 2015 naar 75-plussers en hun positie in de telecommarkt. Bijna 600 kinderen en kleinkinderen werden ondervraagd over het telecombezit en -gedrag van hun (groot)ouders.

Ook wanneer het gaat om mobiele apparaten blijven de senioren achter op de rest van Nederland. Want waar de smartphone-penetratie bij Nederlanders tussen de 12 en 80 jaar rond de 80 procent ligt, komt deze bij 75-plussers niet verder dan 13 procent. Dit is enerzijds het gevolg van de lagere mobiele penetratie – slechts 55 procent van de senioren heeft een mobiele telefoon – anderzijds heeft slechts een kwart van de ouderen met een mobiele telefoon een smartphone.

Een ander opvallend resultaat is dat bij de Nederlandse consument tussen de 12 en 80 jaar de smartphone populairder is dan de tablet, terwijl dit bij 75-plussers juist andersom is. Van deze laatste groep heeft 26 procent een tablet. Dat is twee keer zoveel als het aandeel senioren met een smartphone. Vooral bij de oudste leeftijdsgroep (85-plus) is de tablet vele malen populairder. 17 procent van de 85-plussers heeft een tablet, terwijl 4 procent een smartphone bezit.

Senioren zijn hierdoor een potentiële groeimarkt voor de telecomsector, maar geen eenvoudige, zo concluderen de schrijvers van het rapport. Ze hebben immers regelmatig hulp nodig op het gebied van telefonie, tv en internet. Zo geeft ruim 70 procent van de senioren aan de afgelopen drie maanden geholpen te zijn door familieleden of andere bekenden, bijvoorbeeld voor het instellen van zenders. Daarnaast zouden vooral gevoelsredenen (te oud, geen kennis) ten grondslag aan het niet gebruiken van internet.

Bron: Telecompaper