Online waar en wanneer je wil: in 2014 maakte 9 op de 10 mensen dagelijks gebruik van internet. Een snellere verbinding, meer toegang tot internet en het grotere online aanbod leidden tot meer online activiteiten als radio luisteren, nieuws lezen, tv-kijken en e-shoppen. Dit maakt het CBS bekend.

E-shoppen anderhalf keer zoveel

E-shoppen wordt steeds populairder. Tussen 2005 en 2014 steeg het percentage internetgebruikers die online shoppen van 50 naar 77 procent. Online worden vooral reizen geboekt en kleding aangeschaft. Meer dan de helft van de e-shoppers heeft deze aankopen de afgelopen twaalf maanden gedaan. Deze producten voeren al jaren de lijst aan.

Online radio luisteren en tv-kijken is de laatste jaren in opkomst. Dit percentage steeg namelijk van 26 procent in 2005 naar 63 procent van de internetgebruikers in 2014. Mensen kiezen er steeds vaker voor om programma’s te kijken wanneer het hèn uitkomt.

Daarnaast is krant lezen via internet tussen 2005 en 2014 gestegen van 35 naar 59 procent. De opkomst van het digitale krantlezen heeft geleid tot een daling van de gebruikelijke papieren kranten. Zo blijkt uit gegevens van het Instituut voor Media Auditing (HOI, voormalig: Het Oplage Instituut) dat de landelijke dagbladen tussen het derde kwartaal van 2011 en 2014 bijna 15 procent hebben ingeleverd op hun betaalde printoplage. Internetbankieren is al langer ingeburgerd. In 2014 deed 86 procent van de internetters zijn bankzaken via internet. In 2005 was dit nog slechts 58 procent.

Sneller internet beschikbaar

De laatste jaren scoort Nederland consequent in de top 5 van Europa wat betreft snel breedband internet. Snel internet is een belangrijke reden voor de toegenomen internetactiviteiten. Het aandeel huishoudens met toegang tot internet steeg tussen 2005 en 2014 met 17 procentpuntenvan ruim 78 naar bijnaa 96 procent. De internettoegang lijkt de laatste vier jaar niet meer verder te stijgen en het verzadigingspunt te hebben bereikt.

De breedbandverbindingen van huishoudens zijn sterker toegenomen; in 2005 was er in 5 van de 10 huishoudens breedband, terwijl dit in 2014 in ruim 9 van de 10 huishoudens het geval was. In de overgangsperiode naar een snellere verbinding zat de laatste jaren nog groei. Vorig jaar had bijna iedereen toegang tot snel internet in tegenstelling tot 2005.

Mobiele apparaten verdringen pc

Huishoudens bezitten meestal meerdere apparaten met toegang tot internet. De laptop en smartphone verdringen de pc en desktop. In 2005 gingen mensen vooral via de pc of desktop online; vorig jaar vooral met de laptop en mobiele telefoon. Het aandeel huishoudens dat online ging via de laptop bleef de laatste jaren stabiel op ongeveer 80 procent.

Ook internet op de tablet en in mindere mate de digitale of smart-tv zijn in opkomst. De smart-tv speelt in op veranderende behoeften zoals tv on demand, oftewel kijken wanneer je wil. Stichting KijkOnderzoek rapporteerde tussen 2008 en 2012 een stijging in uitgesteld tv-kijken van gemiddeld 2,1 minuten per dag in 2008 naar gemiddeld 6,4 minuten in 2012.

Steeds vaker is internet op kleine, mobiele apparaten beschikbaar en nieuwe apparaten worden sneller geadopteerd. Waar in 2005 iets meer dan 1 op de 10 huishoudens een mobiele telefoon met internet had, was dit in 2014 bijna 8 op de 10.

90 procent Nederlanders dagelijks online

Het percentage personen dat dagelijks op internet zit steeg tussen 2005 en 2014 van 68 naar 90 procent. Vooral ouderen hebben een inhaalslag gemaakt. Ruim driekwart van de internetgebruikers van 65 tot 75 jaar gebruikte in 2014 dagelijks internet, terwijl dit in 2005 43 procent was. Vooral het gebruik van een zoekmachine, het versturen van e-mails met bijlagen en het bellen via internet is in recente jaren onder ouderen toegenomen. Van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar zat in 2005 al driekwart iedere dag op internet. Vooral het gebruik van mobiel internet is toegenomen.

Bron: CBS

Photo: plantronicsgermany (cc)